“Oh, ik ken wel een neefje die kan dat ook.”
Muziek is een rode draad in mijn leven. Mijn vader had dit ook al, en ik pakte die draad dan ook al vrij jong op. Drive-in shows draaien was mijn wereld. Ik begon met singles, stopte net na het CD-tijdperk, en heb dus de hele digitale ontwikkeling van dichtbij meegemaakt.
In deze tijd ging het weekend op aan shows draaien. Eerst de techniek: zorgen dat het klonk als een husi. Maar het echte verschil maakte je pas door met muziek spanning op te bouwen, de energie van de zaal te voelen en de dansvloer bomvol te krijgen. Iedere keer weer.
En het aantal boekingen groeide gestaag. De ene keer stond ik in een feesttent met meer dan 5.000 mensen, de andere keer deelde ik het podium met André Hazes (sr). Het was een gave tijd, vol adrenaline, improvisatie en de spanning of het weer zou lukken: wordt dit een avond waar mensen nog weken over praten?
In die tijd had ik het geluk dat Dick Voets mij de kneepjes van het vak leerde. Hij was de mentor, ik de leerling. Van hem leerde ik dat draaien niet alleen techniek was. Het ging om emotie, timing, energie en beleving.
Het neefje met een paar boxen
Toch hoorde ik vaak bij het binnenhalen van nieuwe opdrachten: “Ja, maar ik ken wel een neefje die ook plaatjes draait.”
En dat klopte ook. Zo moet je ook beginnen. Maar een show neerzetten waar mensen weken later nog over praten… dat vraagt oefening, begeleiding en uiteindelijk een eigen stijl. En dat zat nu eenmaal allemaal in mijn vraagprijs.
De parallel met AI
En precies daar zit de parallel met AI tools als Chatgpt en Claude.
Iedereen kan een prompt intikken en een tekst of afbeelding terug krijgen. Maar de vraag is: wordt dat eindresultaat iets waar je trots op bent? Iets dat klanten raakt, dat jouw tone of voice ademt, dat past bij je merk? Of blijft het op het niveau van het neefje dat “ook wel wat knopjes indrukt”? Laat staan, lukt het ook om een 2e keer hetzelfde resultaat te krijgen.
De werkelijkheid is: stilzitten is geen optie. Uit onderzoek van McKinsey blijkt dat inmiddels 42 % van de bedrijven generatieve AI inzet in marketing en sales. Wachten betekent achterlopen.
Oefenen = meters maken
Mijn ervaring leert: AI is geen magie, het is een vaardigheid. En vaardigheden vragen oefening. Dagelijks oefenen zelfs. Prompts schrijven, aanpassen, frustratie verdragen, weer opnieuw proberen. Net zoals ik vroeger achter de draaitafels pas echt beter werd door meters te maken.
Je ziet hetzelfde terug in de praktijk: 88 % van marketeers gebruikt AI inmiddels dagelijks in hun werk. De vraag is dus niet óf je ermee aan de slag gaat, maar wanneer.
Personaliseer of blijf generiek
Het tweede element is personalisatie. Als DJ bouwde ik mijn eigen stijl op; in AI doe ik dat nu door contextdocumenten en groundingdocuments te gebruiken. Daarin staat mijn tone of voice, mijn kernwaarden, mijn voorbeelden.
En dat werkt. Onderzoek laat zien dat gepersonaliseerde AI-toepassingen de betrokkenheid tot wel 40 % verhogen. Wie AI voedt met eigen context, krijgt betere resultaten én onderscheidt zich van de rest.
Samen leren, vandaag beginnen
De waarde zit dus niet in AI op zich. Net zoals de waarde niet lag in “een track draaien”, maar in het maken van een complete show. Waarde ontstaat pas als je investeert, oefent en je eigen stijl erin legt.
Misschien herken je dat gevoel: je probeert iets met AI, het werkt een beetje, maar je voelt dat er meer in zit. Alsof je weet dat de avond pas geslaagd is als het publiek écht meegaat, maar je draait nog net op zolder.
Dat is precies het moment waarop het kwartje valt. Je snapt dat AI geen toverstok is, maar een vaardigheid. En daar kom ik graag naast je zitten. Niet om je te overladen met theorie, maar om je te laten zien hoe je sneller meters maakt.